Directeur Erik Sterk van Pluspunt opent de ronde tafel over de waarde van ‘Pluskunst’ tijdens ons Levenslustfestival met een Ode aan Vertraging:
“In het najaar van 2006 verschenen overal in het land signalen van een nieuw zingevend verhaal over de stad. Beleidsmakers, corporaties, bestuurders, onderzoekers, opiniemakers, conceptontwikkelaars, gebiedsontwikkelaars en projectontwikkelaars lijken het er allemaal over eens te zijn: de litanie over de-stad-als-broeikas-van-problemen heeft een te eenzijdig karakter. Het debat werd gekanteld van probleembestrijding naar kansontwikkeling; problemen bleken opeens potenties en bedreigingen werden kansen. De belangrijkste gedachte achter die kanteling was fundamenteel, aldus de Rotterdamse filosoof Henk Oosterling die deze analyse maakte in zijn verhaal over Vakmanstad: de stad werd volgens Henk weer begrepen als emancipatiemachine, en de ontwikkeling van de stad weer gekoppeld aan de ontwikkeling van de stadsburgers.
Hoe staat die emancipatiemachine er anno 2022 voor? Niet zo best, denk ik. Ga maar na:
- 80.000 Rotterdammers leven op of onder de armoedegrens;
- er leven zo’n 15.000 ongedocumenteerden in Rotterdam, waarvan zo’n 10% in ernstige problemen;
- we zijn een stad met grote verschillen in levensverwachting per wijk (in sommige wijzen leeft men gemiddeld zo’n 10 jaar korter);
- we zijn een stad waar ‘ons’ maatschappelijk vastgoed als we even niet opletten wordt vergeven aan de hoogste bieder;
- een stad waar ‘gentrification’ door sommigen als schijnbaar logische consequentie wordt gezien van het opknappen van oude stadswijken (of is gentrification het doel?).
De vraag is niet OF we iets willen doen, de vraag is HOE we dat gaan doen en wie of wat ons daarbij kan helpen. Wat wij zien is een steeds grotere tegenstelling tussen de snelle stad en de trage stad. Met aan de ene kant de stad van projectontwikkelaars, huiseigenaren en hoge inkomens, die de stad steeds sneller en hoger wil maken. En aan de andere kant de stad van mensen met een stapeling van problemen (sociale, financiële, psychische, verslavings-, huisvestings-), die ‘door de torenflats de stad niet meer zien’. Als we niet oppassen verdrukt de snelle stad de trage stad. Met alle consequenties van dien.
De stad heeft behoefte aan vertraging. Wij hebben behoefte aan vertraging. Aan plekken waar je even op adem kunt komen. Waar je mag falen. Waar je kunt werken aan een betere toekomst. Niet alleen hier – bij Pluspunt, op onze locatie. Ook – en misschien wel juist – ìn de stad. Het gaat om plekken waar je gezien wordt als mens; als medemens, als iemand die iets kan, als iemand die iets nodigt heeft, als maker, mee-maker en mogelijkmaker.
Zo kijken, denken en doen vraagt, in de woorden van Merlijn Twaalfhoven, hier aanwezig, om een kunstenaarsmindset: een open houding die ons helpt de wereld onbevangen, speels, onderzoekend én scheppend tegemoet te treden. Zo’n mindset komt volgens Merlijn niet vanzelf. Het vergt oefening en experiment. Maar er is geen toelatingsexamen, er is geen selectiecommissie of subsidieprocedure die toegang geeft. Het is een daad van opstand tegen vaste patronen en gewoonten van ons denken en voelen. Het is een kwestie van verzet tegen de voorgekauwde emoties, meningen en bubbels van onze nieuws- en vermaakmachines. En het is de moed om oude zekerheden los te laten en de wereld met een open blik tegemoet te treden.
Laten we vandaag een ode brengen aan vertraging. Laten we de boel af en toe ‘ns iets langer laten duren dan gepland. Met plekken voor stilstand, twijfel, onafheid. Het is aan ons. Laten we Rotterdam vertragen om vooruit te komen. Aan de slag!”